Een pleidooi voor het afschaffen van het etiket ´thuiszitter´
Woorden doen ertoe
Een nieuw perspectief begint bij nieuwe taal. Dit manifest is een uitnodiging daartoe. Soms zegt één woord alles. En soms zegt het precies níet wat we zouden moeten zien.
Kunnen we de term ‘thuiszitter’ herdefiniëren?
Ik vind dat het de kinderen geen eer aan doet — en ook de plek in het systeem niet erkent.
Vanuit de wet van manifestatie is het bovendien een onhandige uitspraak: "Ik BEN een thuiszitter", "hij IS een thuiszitter", "zij ZIJN thuiszitters"...
Deze woorden werken als ankers. Ze nestelen zich in het systeem. Ze worden aangenomen als waarheid, als identiteit. En dat werkt door.Je gaat je ernaar gedragen. Je gáát zitten. Thuis. Langs de zijlijn. Precies datgene wat niemand écht wil.
Erken de plek van zovelen
Hoe we iets benoemen, zegt iets over hoe we het zien.
‘Thuiszitter’ klinkt als iets dat iemand zélf doet. Zitten is een werkwoord. Ik zit. Ik blijf zitten. De beweging komt tot stilstand.
Maar dat is te eenvoudig. Veel van deze jongeren kunnen niet meer meebewegen in een systeem dat hen niet erkent. Niet omdat ze niet willen, maar omdat ze iets spiegelen. Niet meer naar school kunnen kan om allerlei redenen. Een groot deel van deze groep schijnt neurodivergent of hoogbegaafd te zijn en moeilijk te ‘vangen’ in het bestaande systeem. Ik ken er genoeg die — hoe uitdagend hun situatie ook is — juist opbloeien. In de vrijheid die ontstaat, vinden ze hun intrinsieke motivatie terug. Hun spark. Ze leren autodidactisch, ze ontwikkelen vaardigheden in rap tempo, ze verdiepen hun interesses en ze socialiseren op hún manier. Niet gedwongen in een klaslokaal, maar echt. Verbonden. Vrij.
Ze zijn geen afhakers of buitenbeentjes.Ze zijn wakker schudders — die in grote getalen middenín het systeem staan.In een systeem waar, na het niet meer naar school kunnen, miljoenen euro’s gepompt wordt om alle consequenties ervan op te vangen. Euro’s die eerder wellicht níet beschikbaar waren, toen het op school nog iets passender moest.
Laten we hen aanspreken voor wat ze zijn en kijk wat dat doet. In de energie. In ons denken. In hoe we deze spiegel tegemoet treden.
Steeds horen we: “Er zijn nu 70.000 thuiszitters.” (En dat aantal is inmiddels al gestegen.)
Vervelend. Hardnekkig. We kunnen er van alles van vinden, maar het lijkt niet op te lossen?
Of stel je voor dat we zeggen:
70.000 wakker schudders
Er zijn in Nederland minimaal 70.000 wakker schudders.
Dat klinkt heel anders. Dat vraagt iets anders van ons allemaal, namelijk ons wakker te laten schudden. Wakker te worden.
En misschien — heel misschien — verandert er dan iets in het veld. Niet buitengesloten, maar erkend in hun betekenis. Zeker nog ín het systeem — niet ernaast. Niet passief. Maar aanwezig. Waardig. En vooral: Voorlopend.
Bedankt, wakker schudders.
Wat een taak hebben jullie op je genomen. Dat is vast niet makkelijk geweest. Het wakker schudden van mensen is niet makkelijk — zéker niet als kind. En weet je, dit zou jij helemaal niet hoeven dragen. Je bent niet hier om andermans ogen te openen. Je bent hier om te léven. Vrij. Op jouw manier.
Misschien is het nu aan ons — de volwassenen — om te luisteren. En te herkennen wat we te lang over het hoofd zagen. En iets te doen met wat jullie ons hebben laten zien.
Dankjewel dat je meeleest. We bouwen aan iets nieuws – soms tastend, altijd met hart.
Wil jij dit geluid verder brengen?
Dat kan op talloze manieren:
– aan de vergadertafel,
– in je volgende speech of overleg,
– in gesprek met een wakker schudder (en kijk die ogen oplichten),
– in je beleidsstuk of aanbeveling,
– of via social media, met de hashtag #dewakkerschudders en een link naar dit manifest.